Elke maand brengen wij u onze ingediende punten voor de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn: - Vraag omtrent openbare verlichting  - Vraag omtrent gevolgen van nieuw regeringsbeleid omtrent werkloosheid en uitkeringen voor Ieperse situatie - Vraag omtrent het behoud en inrichting van de archeologische site ‘Eerste Grafelijke burcht in Ieper’   

Vraag omtrent openbare verlichting

Begin maart stelde ik vast , tijdens het huiswaarts fietsen na een avondvergadering, dat enkele reeksen van de openbare straatverlichting in de binnenstad duidelijk gedempt waren, wellicht tot minder dan de helft van de normale verlichting.

Na een korte rondvraag vernam ik dat dit een tijdelijke maatregel was, bedoeld als proefproject, om het effect van een straatverlichting op verminderde sterkte in te schatten.

Ik kan hier onmiddellijk aan toevoegen dat wij de verminderde lichtsterkte zeker als voldoende ervaarden om zich veilig en ongehinderd in het verkeer te begeven.

Vanuit Groen stellen we ons dan ook volgende vragen:

- kan u de aard van dit ‘proefproject’ verduidelijken, wordt dit de aanloop naar een nieuwe permanente straatverlichting op verminderde lichtsterkte?

- Wij dringen er wel op aan dat een eventuele verminderde lichtsterkte geen aanleiding mag vormen tot het huidige verlichtingsplan te herzien, waarbij de nachtverlichting opnieuw algemeen zou geactiveerd worden, zoals enkele naburige gemeenten blijkbaar van plan zijn.

Kan u hierover uw licht werpen en verduidelijking brengen?

Vraag omtrent gevolgen van nieuw regeringsbeleid omtrent werkloosheid en uitkeringen voor Ieperse situatie

Het plan van de nieuwe regering-De Wever om de duur van werkloosheidsuitkeringen te beperken tot maximaal 2 jaar zou voor Ieper ongeveer 106 personen kunnen treffen.

Er zijn momenteel nog te weinig details bekend over de criteria en eventuele uitzonderingen op deze maatregel om te weten wie zijn of haar uitkering zou kunnen verliezen.

Minister Clarinval, bevoegd voor Werk en Economie, gaat ervan uit dat één derde van de werklozen die hun uitkering zouden verliezen, weer aan het werk zal gaan. Nog één derde zou uit de statistieken verdwijnen omdat ze een andere bron van inkomsten hebben (bv. eigendom, kapitaal). Het overblijvende, laatste derde deel dat er om diverse redenen niet in kan slagen om terug aan het werk te gaan, zou uiteindelijk bij het lokale OCMW moeten aankloppen om een leefloon toebedeeld te krijgen.

Vanuit Groen maken we ons dan ook zorgen over de mogelijk geviseerde personen, maar anderzijds ook voor de dienst Welzijn van de stad, die ondanks de huidige onduidelijkheid, zich toch op heel wat extra werklast en budget zal moeten voorbereiden. Wij stellen ons dan ook volgende vragen:

- Hoe bereidt de dienst Welzijn zich voor op de vele werklozen die, ook in Ieper, hun werkloosheidsuitkering zullen verliezen? Kan de dienst bijvoorbeeld een inschatting maken van de gevolgen van deze maatregel, met name wat de verdeling "werken", "andere inkomsten" en "leefloon" voor Ieper zal zijn?

- Ook bij mensen die met langdurige ziekte geconfronteerd worden, groeit de angst dat zij in een strenger systeem van heractivering zullen terechtkomen. Hoe zullen het bestuur en de dienst daarmee omgaan, om zeker ook deze kwetsbare mensen structureel te helpen?

- Hoe zal de dienst Welzijn omspringen met cliënten bij wie er als gevolg van de nieuwe aanpak, geen waardevolle oplossing te vinden zal zijn? Kan de samenwerking met Argos vzw hier een ondersteunende rol spelen, zijn hierrond initiatieven?

We stellen deze vragen vanuit onze bezorgdheid dat vooral de meest zwakke medemensen met beperkte kansen op reguliere tewerkstelling door deze maatregelen ook in Ieper nog verder achterop zullen raken en in armoede terechtkomen.

Met dank voor uw aandacht voor deze problematiek.

Vraag omtrent het behoud en inrichting van de archeologische site ‘Eerste Grafelijke burcht in Ieper’

De zeer recente ontdekking van de eerste grafelijke burcht langs de Wallestraat in ons stadscentrum betreft absoluut zeker een unieke vondst. Niet enkel voor Ieper, maar ook op Europees niveau: het gaat om de ontdekking van de (wellicht) vroegste vestiging van de grafelijke overheid na het ontstaan van de woonkern Ieper, en van de plek waaruit die woonkern verder groeide en zich ontwikkelde tot een (middeleeuwse) grootstad.

De site wordt voorlopig rond de duizend jaar (10 eeuwen) oud geschat, een oudere versie op dezelfde locatie wordt niet uitgesloten. De uniciteit van deze site kan niet hoog genoeg ingeschat worden.

In Ieper boden zich de voorbije jaren al meerdere kansen aan om via authentieke, goed bewaarde archeologische vondsten haar enorme geschiedenis blijvend aan een breed publiek te presenteren:

- de schitterende archeologische site met de middeleeuwse St Niklaaskerk, de 17^de eeuwse Benedictijnerabdij en bewoning uit diverse perioden, die binnen het bouwproject ‘Gloria’ ontdekt werd, ging uiteindelijk helemaal verloren. Er boden zich nochtans kansen aan om een uitgekozen fragment te integreren binnen het niet bebouwde tuingedeelte van het bouwproject.

- tijdens de herinrichting van het Vandepeereboomplein (de ‘Leet’) werd een onverwacht goed bewaard en presentabel deel van de middeleeuwse bedding van de Scipleet met kademuur, stootbalken, standplaats van de laad- en loskraan, opgegraven. Het blijft voor veel Ieperlingen onbegrijpelijk dat deze vondst niet werd aangewend om binnen het openbare plein een boeiende historische belevingsplek in te richten. Integendeel: de middeleeuwse haven werd weggegraven, de site is volledig uitgewist.

- Deze nieuwe ontdekking van formaat is dus de derde kans (of tweede herkansing) op relatief korte tijd om het ontstaan van de stad in situ, op basis van het authentieke bouwcomplex, op een aantrekkelijke manier te presenteren met de Ieperlingen en haar bezoekers te delen.

De site maakt natuurlijk deel uit van een commercieel bouwproject, wat de mogelijkheden op het eerste zicht erg beperkt. Toch geloven wij dat de enorme aantrekkingskracht van dergelijke archeologische site hier mits goed overleg, creatieve samenwerking en samenspraak met deskundigen terzake, een winwin-situatie, ook voor de bouwheer, kan opleveren.

Mits een deskundige inrichting, voorzien van de nodige duiding, zal de eerste Ieperse grafelijke burcht ongetwijfeld blijvende interesse wekken, waardoor een divers publiek de winkel zal opzoeken.

Gezien het belang van de vondst het stedelijke niveau ruim overstijgt, hopen wij dat het stadsbestuur alles in het werk zal stellen om de Vlaamse overheid ervan te overtuigen om het behoud en de inrichting met voldoende middelen te ondersteunen en te helpen realiseren.

Hoorden we minister Ben Weyts, bevoegd voor erfgoed, vorige zaterdag niet luidop zeggen dat de Vlaamse Canon wellicht diende herschreven te worden nadat het archeologische onderzoek naar deze oudste residentie van de graven van Vlaanderen werd afgerond? 

We vragen het bestuur dan ook graag naar haar aanpak om deze unieke kans voor Ieper niet verloren te laten gaan.